‘E pur si move’

Joseph Nicolas Robert-Fleury: Galilei voor de inquisitie (1847) — Wikimedia
Een van de beroemdste uitspraken van beroemde geleerden is stellig ‘En toch beweegt hij’, toegeschreven aan Galileo Galilei. De speurtocht naar de herkomst van het citaat is duizelingwekkend.
Als Galilei werkelijk hoorbaar ‘E pur si muove’ had gemompeld na zijn veroordeling door de inquisitie in 1633, zou hij vast niet zo coulant zijn behandeld: hij kreeg, in plaats van een gevangenisstraf, huisarrest bij zijn vriend Ascanio Piccolomini, de aartsbisschop van Siena. Heeft hij het dan wellicht op een ander moment gezegd? Of is het hele citaat gewoon verzonnen?
Het zijn vragen die de geleerden al zeker tweehonderd jaar bezighouden. In de loop van de negentiende eeuw raakten de meesten er wel van overtuigd dat de uitspraak niet van Galilei kon zijn, maar een in 1910 opgedoken schilderij, toegeschreven aan Murillo, heeft ze toch een eeuw lang op het verkeerde been gezet.
Verschenen in Skepter 2022 nr. 3. Lees als pdf-bestand.
Hoe weten ze dat?

Cornelis Jetses
Voor het beoordelen van wetenschappelijk nieuws in de krant is meer nodig dan alleen de vraag wat er nu weer is ontdekt.
Journalisten worden al jong afgericht op de ‘vijf W’s en een H’: een verslag in de krant is niet compleet als er niet ten minste op de volgende vragen een antwoord wordt gegeven: wat, wie, waar, wanneer, waarom en hoe. Dus ‘Wat is er gebeurd?’, ‘Wie waren erbij betrokken?’, ‘Waar is het gebeurd?’, ‘Wanneer was het?’, ‘Waarom is dit gebeurd?’ en ‘Hoe is het gebeurd?’
Maar voor het begrijpen van wetenschappelijke ontwikkelingen in de krant is meer nodig. Er wordt een verband gevonden tussen het eten van vlees en de kans op darmkanker, of tussen het slikken van de pil en depressie. Of iemand claimt dat tomatenketchup beschermt tegen hartziekten, of dat Tweelingen altijd zo evenwichtig zijn — hebben we dan genoeg aan wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe? Dan moet er onvermijdelijk nog een extra H worden beantwoord: de H van ‘Hoe weten ze dat?’
Dit verhaal stond in Skepter 2021 nr. 4. Lees het op de Skepsis-site of als pdf-bestand.
Het omstandereffect

Handgemeen na de voetbalwedstrijd Fortuna ’54 tegen Feijenoord, 27 november 1966 — Anefo
Dankzij de lamlendigheid en lafheid van haar buren kon de moordenaar van Kitty Genovese ongestoord zijn gang gaan, schreef de New York Times in 1964. Pas veertig jaar later begonnen mensen de lezing van de kwaliteitskrant in twijfel te trekken. Die bleek slaafs het verhaal van de politie te hebben naverteld: journalistieke arbeid werd amper verricht.
Het krantenverslag was ook aanleiding voor psychologen om onderzoek te gaan doen naar wat 'het omstandereffect' is gaan heten: in een groep grijpen mensen minder gauw in dan wanneer ze er alleen voor staan. Het effect is een van de bekendste uit de psychologie en zeker reëel — maar in feite zo gering dat het geen enkele rol van betekenis speelt.
Over de kwestie heb ik twee verhalen voor Skepter 2021 nr. 3 geschreven. Lees ze op de Skepsis-site: een over de journalistieke kanten van de zaak (ook als opgemaakte pdf), en een over de wetenschappelijke (eveneens als pdf).
Spin in de wetenschap

Joaquin Sorolla: Una investigación o El Dr. Simarro en el laboratorio (1897) — Museo Sorolla Madrid
Niet alleen tegenover journalisten stellen onderzoekers hun resultaten wel eens wat mooier voor dan ze zijn, ook in hun wetenschappelijke artikelen geven ze er maar al te graag een positieve draai aan. Sterker nog, ‘spin’ is alomtegenwoordig in de wetenschap.
Wie niet beter weet, zou denken dat onderzoekers de resultaten van hun werk zo eerlijk en onpartijdig mogelijk voorleggen aan hun vakgenoten. Wie wat beter kijkt naar de manier waarop onderzoekers hun werk aan de man brengen, ziet iets heel andes. Tien jaar geleden werd het eerste systematische onderzoek opgezet naar ‘spin’ in de literatuur — al was voordien ook wel eens gemopperd dat opscheppen en overdrijven bepaald niet ongewoon was in de wetenschap. Meer dan de helft van alle gerapporteerde conclusies lijkt te worden verfraaid.
Dit verhaal stond in Skepter 2020 nr. 3. Lees het op de Skepsis-site of als pdf-bestand.
Lokaas voor literatoren

George Hendrik Breitner: De Dam in Amsterdam, 1901 — Rijksmuseum
De schedel van de Piltdown-mens, de schilderijen van Van Meegeren en de schavuitenstreek van Alan Sokal, u zult ze wel kennen. Wat weet u van de Julia-grap?
‘Gij, bedrieglijke kwakzalvers, die op stoelen en tafeltjes staan gingt op de markt onzer letteren, en met krijschend trompetgeschal de onnoozelen om u verzamelde, om hun aan te prijzen, en te verkoopen voor geld dat hun nutter was, de geëtiketteerde potjes uwer valsche wijsheid, de ongebrevetteerde apteek uwer oneerlijke praktijken; — wij hebben u afgeworpen van uw marktplaats in onze letteren, wij hebben uw potjes verbrijzeld op de steenen en uwe etiketten verscheurd...’
Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
Aan het tieren zijn Willem Kloos en Albert Verwey, jongelui in de literaire beweging die later bekend geworden is als de Tachtigers. Zij hadden, vonden zij in ieder geval zelf, een enorme stunt uitgehaald.
Verschenen in Skepter 2019 nr. 4. Lees de pdf.
Doktertje spelen

Dolly’s House Museum, Ketchikan
In victoriaanse tijden masseerden dokters hun hysterische patiëntes met een elektrische vibrator tot orgasme. Zou het werkelijk?
‘Zoals de geschiedkundige Rachel P. Maines in haar uitputtend onderzochte, zij het bepaald onconventionele boek The technology of orgasm: the vibrator, and women’s sexual satisfaction (Johns Hopkins Press, 1999) beschrijft, werd de vibrator ontwikkeld voor het perfectioneren en automatiseren van een dienst die artsen al langer voor vrouwen verrichtten: de leniging van lichamelijke, geestelijke en seksuele spanningen door uitwendige bekkenmassage, uitmondend in orgasme.’
Aldus wetenschapsjournaliste Nathalie Angier in haar juichende recensie in de New York Times van 23 februari 1999. ‘De opkomst van de elektromechanische vibrator rond 1880 was een van die medische gebeurtenissen die echte wonderen verrichtten — veilig, betrouwbaar, telkens weer.’
Ook in talloze andere kranten en tijdschriften, van Natural Health en Libido tot de LA Weekly en de Journal of American History, was men vol lof over deze ‘geheime geschiedenis van vrouwelijke seksuele opwinding’. Het boek van Maines kreeg nog in het jaar van verschijnen een prijs van de Amerikaanse Historische Vereniging, het diende als inspiratie voor het toneelstuk In the next room van Sarah Ruhl uit 2009 en voor de romantische komedie Hysteria met Hugh Dancy en Maggie Gyllenhaal uit 2011.
Geen wonder dat het idee tot de graag gedebiteerde, pikante wetenswaardigheden is gaan behoren van menig belezen burger: argeloze victoriaanse dokters bezorgden met hun vibrator de benodigde stuiptrekkingen bij hun misschien al even argeloze hysterische patiëntes. Het heeft bijna twintig jaar geduurd, maar nu is die malligheid dan toch definitief weerlegd.
Verschenen in Skepter 2018 nr. 4. Lees verder op de Skepsis-site of bekijk het pdf-bestand.
Het stokje van Lazzarini

Schets van Lazzarini’s apparaat door Luigi Garlaschelli
De Italiaan Mario Lazzarini zei in 1901 dat hij de waarde van pi met een apparaatje tot op zes decimalen nauwkeurig had benaderd. Wiskundigen kunnen zich er nog altijd over opwinden.
Een ‘gruweldaad’ noemde de hoofdredacteur van Nature het. ‘Laat het een waarschuwing zijn aan allen die de literatuur vervuilen, dat hun wandaden ze tot in het graf zullen volgen.’
Aanleiding voor de toorn van John Maddox, uitgestort in augustus 1994, was een vier maanden eerder verschenen artikel van de Amerikaanse wiskundige Lee Badger. Die had zich op zijn beurt verdiept in een ruim negentig jaar eerder verschenen artikel van een Italiaanse collega, en wiskundig vastgesteld dat het resultaat onmogelijk kon kloppen — er moest ofwel sprake zijn van onvoorstelbaar geluk, ofwel van bedrog. Die collega was Mario Lazzarini, en zijn artikel, uit 1901, ging over een experimentele bepaling van het getal pi — het getal dat wij het best kennen uit de wiskundige formules voor omtrek en oppervlak van de cirkel. Maddox wond zich werkelijk erg op: ‘De waarheid is, dat als Lazzarini’s resultaat in 1994 was gepubliceerd en niet in 1901, het schaamteloze oplichterij zou worden genoemd.’ Mijn vermoeden is, dat als Maddox gewoon het artikel van Lazzarini had gelezen en niet dat van Badger, hij een rood hoofd van pret en niet van woede zou hebben gekregen.
Verschenen in Skepter 2018 nr. 3. Lees verder op de Skepsis-site (met een verbetering) of pak een pdf-bestand.
An updated English version, with more details and references.
Ouder werk

Gabriela Sanda
Kopenhaagse bluf
Verhoogt de anticonceptiepil de kans op een depressie? De media waren begin 2017 erg opgewonden over Deens onderzoek waarin deze bijwerking zou zijn aangetoond — het leek wel alsof iedereen eigenlijk wílde dat het waar was.
Een skeptische analyse laat er bedroevend weinig van heel.
Verschenen in Skepter 2017 nr. 2. Lees het stuk op de Skepsis-site (met een ijzingwekkende aanvulling) of het pdf-bestand.

BMJ
De mannengriep
Op 25 juni 2016 schreef wetenschapsredacteur Maarten Keulemans van de Volkskrant nog in een trotse terugblik dat de nieuwe rubriek ‘Klopt dit wel’ in een jaar tijd al heel wat onzin had ontmaskerd — waaronder uiteraard ‘De mannengriep bestaat tóch’ — anderhalf jaar later, op 12 december 2017, pakt hij zelf uit met: ‘Man met ‘aanstelleritis’ is écht zieker dan een vrouw’.
Misschien was hij geheel vergeten dat de ‘mannengriep’ al tientallen jaren in het snelle hapslikwegnieuws figureert, misschien vond hij dat het zo pal voor de feestdagen niet zo nauw luisterde, of misschien was er werkelijk baanbrekend onderzoek dat al het eerdere in de schaduw stelt en overtuigend aantoont dat mannen, overige omstandigheden gelijkblijvend, zieker zijn van hetzelfde virus dan vrouwen?
Lees verder op Kloptdatwel.

Jumpstory
Vlees en darmkanker
‘Goedenavond,’ verwelkomde nieuwslezeres Simone Weimans op 26 oktober 2015 om zes uur de miljoen kijkers van het NOS-journaal, ‘de Wereldgezondheidsorganisatie heeft een grote studie gedaan naar het eten van bewerkt en rood vlees. Mensen die dagelijks vijftig gram bewerkt vlees eten, zoals spek, rookworst, salami of kant-en-klaargehakt, lopen bijna twintig keer meer risico op het krijgen van darmkanker dan mensen die dat niet doen. En dat verhoogde risico geldt ook voor mensen die dagelijks honderd gram onbewerkt rood vlees eten, zoals biefstuk, lamskoteletten of een varkenskarbonade.’ Welja.
Verschenen in Skepter 2015 nr. 2. Lees het verhaal op de Skepsis-site of als pdf-bestand.

Jumpstory
Mediwiet
Medicinale cannabis mag zich in een groeiende belangstelling verheugen — van patiënten met verschillende aandoeningen, maar vooral ook van de media. Mediwiet heeft de wind mee, en past prettig in de pleidooien voor het vrijgeven van marihuana en het staken van de oorlog tegen verdovende middelen.
Maar de evidence dat medicinale cannabis werkelijk iets doet, is nogal mager. Als cannabis een nieuw geneesmiddel van de farmaceutische industrie was, zou het vast niet worden toegelaten tot de markt. Het wetenschappelijk bewijs dat het werkt, voorzover aanwezig, is verbijsterend pover.
Verschenen in Skepter 2015 nr. 1. Lees het artikel op de Skepsis-site of als pdf-bestand.