Van Maanen Hans van Maanen
klikklikklikklik

Meepraten over genetisch veranderde spek en bonen?

Het Parool, vrijdag 29 juni 2001

Deze week is het 'Publieksdebat Biotechnologie en Voedsel' van start gegaan. De bedoeling is dat zoveel mogelijk mensen vragen opwerpen over biotechnologie, hun mening erover geven, en misschien zelfs 'mede het toekomstige beleid bepalen'. De eerste harde noten zijn al gekraakt.

Het lastige van discussiëren is, dat de partijen het vantevoren toch al een beetje eens moet zijn over het exacte onderwerp, over de spelregels, en over de gevolgen die zij aan de uitslag verbinden. ''Daarvan is in dit publieksdebat geen sprake,'' zegt Cees Midden, hoogleraar cultuur en techniek aan de Technische Universiteit Eindhoven. ''Er is gekozen voor een procedure die al direct om moeilijkheden vraagt.''

''Als je werkelijk met een debat een sociaal conflict wil oplossen, dan moet je er allereerst voor zorgen dat iedereen het een fair debat vindt. Als bijvoorbeeld een van de belanghebbende partijen er niet bij wordt betrokken, houdt het al snel op. Kijk naar de samenstelling van de commissie die het publieksdebat heeft mogen voorbereiden - de milieubeweging en de dierenbescherming ontbreken geheel. Geen wonder dat die meteen dezelfde dag een gezamenlijke brief opstelden om hun onvrede over het publieksdebat te uiten.''

Het publieksdebat, onder de naam 'Eten en genen', moest er komen van de minister van Landbouw. Hij stelde in februari van dit jaar een commissie samen met de opdracht informatie over biotechnologie en voedsel te verspreiden, een discussieplatform te bouwen, en de uitkomsten van het debat vast te leggen. Voorzitter werd Jan Terlouw, verder zitten er onder anderen in schrijfster Renate Dorrestein, voedingsdeskundige Frans Kok, bioloog Rie Boois en de voorzitter van de Raad van Bestuur van Internatio-Müller, Herman Scheffer. De commissie moest vlot werken, want aan het eind van het jaar moeten die uitkomsten er liggen.

En de ontwikkelingen gaan door - niet alleen in wetenschappelijk opzicht, maar ook in de politiek. Vorig jaar al maakte het kabinet duidelijk voorstander te zijn van de toepassing van gentechnologie voor voedsel, en minister Jorritsma heeft onlangs honderd miljoen gulden aan het bedrijfsleven gegeven voor 'moderne biotechnologie'. Dat doe je niet als je bang bent dat het Nederlandse volk zich massaal tegen biotechnologische gewassen zal uitspreken - althans als je van plan bent je daar wat van aan te trekken.

En dat is een pijnlijk punt, aldus Midden, die zelf nauw betrokken was bij de evaluatie van het eerste grote debat in Nederland, de Brede Maatschappelijk Discussie over Kernenergie, begin jaren tachtig. ''Die discussie was veel minder voorgekookt, en daar kon iedereen zijn eigen problemen in de discussie brengen. De teleurstelling ontstond toen omdat de conclusies heel duidelijk waren maar het kabinet ze niet overnam. Een van de conclusies was, dat er geen nieuwe kerncentrales meer gebouwd moesten worden, maar het kabinet wilde beslist kerncentrales bouwen. Uiteindelijk ontplofte pal voor het kamerdebat hierover de centrale in Tsjernobyl, dus toen was kernenergie in een keer van de politieke agenda verdwenen.''

Dat het kabinet toen niets met de discussie deed, heeft het enthousiasme voor dit soort evenementen flink doen bekoelen. ''Het zal ook een van de grootste problemen zijn bij deze discussie,'' vervolgt Midden. ''Nergens wordt duidelijk gemaakt wat precies de commitment van de regering is bij de uitslag.''

Stel dat de deelnemers met z'n allen toch besluiten dat de nadelen tegen de voordelen opwegen, stopt de regering dan met invoer van genetisch veranderde mais en soja, en gaan alle biotechnologische projecten de koelkast in? In het 'plan van aanpak' wordt slechts opgemerkt dat de speelruimte die Nederland heeft 'een harde realiteit is die in het oog moet worden gehouden', maar wat dat precies betekent, wordt niet toegelicht. Dat blijkt beter uit de concrete vragen die de deelnemers krijgen voorgelegd. De aanvankelijk volgens de commissie belangrijkste vraag, 'Willen wij dit allemaal wel, waar ligt de grens?' wordt verder niet meer aan de orde gesteld, maar degenereert direct tot 'Onder welke voorwaarden is de toepassing van moderne gentechnologie in de voedselproductie maatschappelijk acceptabel.'

''De fundamentele vraag of gentechnologie wel wenselijk en nodig is, komt niet meer aan de orde,'' merken de milieuorganisaties in hun gezamenlijke verklaring dan ook op.

Het publieke debat kan, vindt de commissie, het best worden gevoerd aan de hand van zeven concrete voorbeelden, die alvast voor het publiek in kaart zijn gebracht. Mag er een gen in aardappelen worden ingebouwd dat ze resistent maakt tegen schimmel? Een gen in mais waardoor ze tegen een bestrijdingsmiddel kunnen? Een gen in zalm waardoor die vanzelf roze wordt en beter tegen de kou kan? Rijst met vitamine A tegen blindheid in de Derde Wereld? Langer houdbare tomaten? BSE-vrije koeien? Cholesterol-verlagende zuivel?

Cees Midden 'kan zich niet voorstellen' dat dit de onderwerpen zijn waar milieubeweging en dierenbescherming over willen praten. ''Het is allemaal zo overgestructureerd en voorgekookt. Niet alleen de spelregels zijn al vantevoren bepaald, maar ook de voorbeelden. Zijn dit werkelijk de mogelijke problemen van de andere partijen?''

Nee, zo blijkt inderdaad uit de reactie van Greenpeace, Novib, Milieudefensie en andere organisaties. De voorbeelden zijn hun in het verkeerde keelgat geschoten, zeggen ze. ''De zeven gentech-voorbeelden hebben een hoog sciencefictiongehalte. Zes van de zeven producten zijn gouden bergen die de gentech-industrie ons voorspiegelt. De vermeende voordelen worden door de commissie-Terlouw al breed uitgemeten. Daarbij verzuimt de commissie om de genetisch gemanipuleerde soja en mais, die al vijf jaar in onze levensmiddelen worden verwerkt, in de discussie te betrekken.''

De voorbeelden lijken, met andere woorden, zo gekozen dat ze de discussie in veilig vaarwater houden. Ze zijn zo ver weg dat ze al snel als toekomstmuziek klinken, en zijn zo genuanceerd dat er eindeloos over kan worden gepraat.

Afgelopen maandag was de 'aftrap' voor het publieksdebat, met een bijeenkomst in 't Spant in Bussum. Opmerkelijk daar was vooral de uitkomst van een enquête die uitwees dat Nederlanders vergeleken met een paar jaar geleden negatiever over biotechnologie zijn gaan denken. Veel kritiek was er op de video die als 'voorlichtingsfilm' dienst gaat doen - ook voorzitter Terlouw moest toegeven dat de film meer propaganda voor biotechnologie dan voorlichting was. ''Tja, we werken onder grote tijdsdruk. Het maken van de video hebben we uitbesteed en dan kan dit gebeuren,'' verontschuldigde hij zich in Trouw. Voor het overige was het een bijna voorspelbare herhaling van standpunten zonder enige toenadering.

Verder staat voor het najaar een intensieve discussie met een groep van honderdvijftig representatief geachte Nederlanders op de rol, en in dezelfde periode mogen ook 'consumenten' algemene informatie verwachten over het debat via de huisbladen van grote levensmiddelenorganisaties, waarin een 'katern over eten en genen' zal worden opgenomen. Ten slotte worden allerlei 'publieksorganisaties' uitgenodigd binnen hun gelederen een brede discussie te entameren. Sterker, ze zullen, volgens het Plan van Aanpak, 'bovendien worden uitgenodigd de resultaten van hun discussies aan de commissie kenbaar te maken.' Begin december wordt dan een 'landelijk publieksdebat' en een steekproef onder de Nederlandse bevolking gehouden.

Wie zo lang niet kan wachten en nu reeds wil meedoen, kan naar de website van de commissie, www.etenengenen.nl. Daar staan de belangrijkste documenten klaar om te worden opgehaald, worden de commissieleden kort voorgesteld, en staat een enquÍteformulier waarmee men direct mee kan doen.

Het moet gezegd: als de commissie de rest van haar taak net zo serieus neemt als de web-enquÍte, ziet het er somber uit. Het formulier vraagt: 'Welke vragen moeten in het publieke debat over genetisch gemodificeerd voedsel centraal staan?', en geeft dan vijf mogelijke vragen plus een invulhokje voor een vraag naar keuze. De al genoemde, volgens de commissie belangrijkste vraag - 'Willen wij dit allemaal wel, waar ligt de grens?' staat er niet bij.

Er kan uit slechts een enkel antwoord tegelijk worden gekozen; wie vindt dat er twee of meer vragen centraal moeten staan, moet twee of meer keer op STEM klikken - maar dan telt die stem wel weer mee voor het totaal aantal uitgebrachte stemmen. En verder wordt niets gecontroleerd: wie zou willen, kan vanaf een enkele computer duizend stemmen uitbrengen. Hoe de uitslag van een en ander wordt vastgesteld, staat nergens uitgelegd - dat geldt trouwens ook voor de andere manifestaties die voor het najaar op de agenda staan: ook daar blijft het vaag wie de verslaglegging doet en hoe de discussie verder zal worden geïnterpreteerd.

''Nee, ik krijg niet de indruk dat er gestreefd is naar een open debat,'' zegt Midden. ''Hier heeft de overheid niet goed gefunctioneerd.''

Terug naar boven