Van Maanen Hans van Maanen
klikklikklikklik

Soepriem

Het Parool, 21 december 2000

Mensen die van tomatensoep houden, praten graag over hun huisdieren, terwijl mensen die kiezen voor een hartige runderbouillon veel aan sport hebben gedaan op de middelbare school. Dat blijkt uit een uitgebreide studie van de Amerikaanse hoogleraar Brian Wansink, verbonden aan de universiteit van Illinois. Op basis van zijn onderzoek heeft de professor een ‘psychologie van de soep’ opgesteld, waarmee men meer over de eigen persoonlijkheid te weten kan komen op grond van de soepvoorkeur. ‘Wat we eten zegt een hoop over wie we zijn, en omdat soep een van Amerika’s favoriete opkikkers is, bedachten we dat het interessant zou zijn om persoonlijkheidstypes te analyseren op basis van persoonlijke soepvoorkeuren,’ zo licht Wansink, landbouw- en consumptie-econoom en voedselpsycholoog, toe in een persbericht, eind 2000 verspreid door de Amerikaanse Psychologische Vereniging*. Net als de tekens van de dierenriem, zeggen ‘soeptekens’ iets over de persoonlijkheid, aldus Wansink.

Om het verband tussen soep en karakter te bepalen, wendde Wansink zich allereerst tot deskundigen — ervaren serveersters. ‘Wij waren op zoek naar mensen die iets wisten zowel van consumenten als van soep, dus gingen we naar 32 serveersters in het midden-westen, die gemiddeld acht jaar ervaring hadden,’ beschrijft Wansink zijn onderzoek in het orgaan van zijn universiteit. In Champaign, waar de universiteit van Illinois is gevestigd, bezocht hij de Elite Diner en Merry Ann’s Diner, en bij eerstgenoemde voelde hij Lisa Moreno, acht jaar ervaring, aan de tand. De typische tomatensoepeter, weet zij, is een middelbare of wat oudere vrouw.

Daarop pakte Wansink de zaak grondiger aan: hij liet een uitgebreide telefonische enquête in vijftig staten houden. Van de mensen met sterke soepvoorkeuren schetste hij een persoonlijkheidsprofiel, en daarmee ging hij terug naar de serveersters: die moesten zeggen welk profiel bij welke soep hoorde.

De resultaten waren helder. Iemand die kippensoep bestelt, gaat veel naar de kerk, houdt van dieren en is wat koppig maar wel geestig. Minestrone hoort meer bij mensen die lichamelijk in goede conditie zijn, letten op wat ze eten, gericht zijn op het gezin en er zelden een poes of een hond op na houden. Groentesoepeters zijn huismussen, weinig spontaan en lezers van gezellige tijdschriften, terwijl mensen die tomatensoep prefereren tevens van andere mensen, boeken en hun huisdieren houden.

Het telefonische onderzoek, waaraan 1003 mensen meededen, leverde ook voor het overige een schat aan gegevens op. Kippensoep is met 59 procent veruit de favoriete soep, gevolgd door groente- en tomatensoep. Verder bleek dat 67 procent van de mensen soep beschouwt als opkikker. Drie kwart van de Amerikanen zegt dat soep ze ontspant, 89 procent dat soep ze beter doet voelen als ze ziek zijn, en 54 procent dat soep ze prettige jeugdherinneringen brengt.

‘Amerikanen hebben een speciale band met soep, hetgeen wordt bevestigd door deze resultaten,’ zegt Wansink. ‘Nu kunnen zij beter hun emotionele relatie met soep begrijpen door hun persoonlijkheidskenmerken te analyseren op grond van hun favoriete smaak.’

De hoogleraar verrichtte zijn wetenschappelijke arbeid overigens in opdracht van Healthy Choice soepen. Healthy Choice, tot dan toe vooral in diepvriesmaaltijden, lanceerde eind 1999, natuurlijk mede op basis van Wansinks gedegen werk, een nieuwe lijn ingeblikte soepen, van baked potato en hearty chili beef tot old fashioned chicken noodle en zesty gumbo.

* Pepijn van Erp heeft warempel het oorspronkelijke artikel van Wansink uit december 1999 weten te lokaliseren. De serveersters worden daarin overigens niet meer genoemd; waarschijnlijk stonden die wel in het persbericht, maar dat heb ik niet kunnen terugvinden.